Maatregelen

Een gedetailleerd overzicht van verschillende maatregelcodes die betrekking hebben op duurzaamheidsaspecten van gebouwen.

Invoer en uitvoer

De maatregel codes zijn essentieel voor het begrijpen en interpreteren van de duurzaamheidskenmerken van een gebouw, zoals isolatie, raamtypes en verwarmingssystemen. Het is belangrijk op te merken dat deze maatregelcodes zowel van toepassing zijn op de invoer als de uitvoer binnen de API.

Gevel isolatie [wall_insulation]

Code

Description NL

Description EN

0

Geen

Not present

1

Matig/na-isolatie

Mediocre / cavity insulation

2

Goed

Good insulation

3

Zeer goed

Very good insulation

Beperking:

  • 0 wordt niet geaccepteerd voor bouwjaren vanaf 1983

  • 1 wordt niet geaccepteerd voor bouwjaren vanaf 2000

Tabel: Rc-waarden

construction year

no insulation

mediocre / cavity insulation

good insulation

very good insulation

before 1975

0 cm (0,36 m2K/W)

5 cm (1,47 m2K/W)

8 cm (2,14 m2K/W)

16 cm (4,00 m2K/W)

1975 – 1987

0 cm (0,36 m2K/W)

7 cm (1,92 m2K/W)

10 cm (2,58 m2K/W)

16 cm (4,00 m2K/W)

after 1987

5 cm (1,47 m2K/W)

10 cm (2,58 m2K/W)

16 cm (4,00 m2K/W)

De toegepaste isolatiedikte wordt aangegeven in cm. De Rc-waarden staan in m2K/W tussen de haakjes. Een hoge warmteweerstand (Rc) komt overeen met een goede (hoge) isolatie.

Huizen gebouwd voor 1920

De gevels zijn zonder isolatie gebouwd, maar mogelijk is er achteraf wel isolatie aangebracht. Spouwmuurisolatie is zeer onwaarschijnlijk, aangezien huizen van voor 1920 vrijwel altijd zonder spouw worden gebouwd. Aan de binnenzijde van de gevel kan isolatie aanwezig zijn. Klop op de muren. Zijn er secundaire muren? Als de keermuur vóór 1992 is gemaakt, is matige isolatie 5-7 cm het meest waarschijnlijk. Als de keermuur in 1992 of later is gemaakt, is een goede isolatie van 8-10 cm het meest waarschijnlijk. Probeer de ruimte tussen de voormuur en de muur te meten en trek daar 3 cm van af (er zit ongeveer 3 cm lucht tussen het isolatiemateriaal en de buitenmuur).

Er kan isolatie aan de buitenkant zijn. Deze is te herkennen aan een dikkere buitenmuur, die is afgewerkt met pleisterwerk of steenstrips. Probeer de dikte van de laag te meten. Bij 8 tot 10 cm: goede isolatie (vaak het geval). Op 13 tot 20 cm: zeer goede isolatie (vrij uitzonderlijk).

Bouwjaar 1920 tot 1974

Spouwmuurisolatie is mogelijk. Huizen gebouwd tussen 1920 en 1974 hebben een spouwmuur. De spouw is de ruimte tussen de binnen- en buitenmuur. Deze ruimte kan na de bouw gevuld worden met isolatiemateriaal. Controleer de voegen tussen de stenen van de buitenmuur. Als er geboorde gaten zijn gevuld met cementmortel. Door deze gaten is isolatiemateriaal in de muur gespoten. Het huis heeft spouwmuurisolatie - 5 tot 8 cm. Aan de binnenzijde van de gevel kan isolatie aanwezig zijn. Klop op de muren. Zijn er secundaire muren? Als de keermuur vóór 1992 is gemaakt, is matige isolatie 5-7 cm het meest waarschijnlijk. Als de keermuur in 1992 of later is gemaakt, is een goede isolatie van 8-10 cm het meest waarschijnlijk. Probeer de ruimte tussen de voormuur en de muur te meten en trek daar 3 cm van af (er zit ongeveer 3 cm lucht tussen het isolatiemateriaal en de buitenmuur). Er kan isolatie aan de buitenkant zijn. Deze is te herkennen aan een dikkere buitenmuur, die is afgewerkt met pleisterwerk of steenstrips. Probeer de dikte van de laag te meten. Bij 8 tot 10 cm: goede isolatie (vaak het geval). Op 13 tot 20 cm: zeer goede isolatie (vrij uitzonderlijk).

Bouwjaar 1975 tot 1991

De woning heeft spouwmuurisolatie van 5 tot 8 cm. Maar misschien hebben vorige bewoners of u na de bouw voor extra isolatie gezorgd. Aan de binnenzijde van de gevel kan extra isolatie aangebracht worden. Klop op de muren. Zijn er dubbele wanden met isolatie? Spouwmuurisolatie plus extra isolatie aan de binnenzijde is samen een zeer goede isolatie (13 tot 20 cm). Aan de buitenzijde kan extra isolatie aangebracht worden. Deze is te herkennen aan een dikkere buitenmuur, die is afgewerkt met pleisterwerk of steenstrips. Dan is de woning zeer goed geïsoleerd (13-20 cm).

Bouwjaar 1992 tot 2013

De woning kreeg tijdens de bouw 'goede gevelisolatie: 8 tot 10 cm' mee. De kans dat het later is verbeterd tot 'zeer goed' is klein. Uitzondering: sinds 2009 zijn de isolatienormen aangescherpt, dus voor het jaar 2010 - 2013 is zeer goede isolatie waarschijnlijk.

Bouwjaar 2014 tot heden

De woning kreeg tijdens de bouw 'zeer goede gevelisolatie: 13 tot 20 cm' mee.

Dakisolatie [roof_insulation]

Code

Description NL

Description EN

0

Geen

Not present

1

Matig/na-isolatie

Mediocre / cavity insulation

2

Goed

Good insulation

3

Zeer goed

Very good insulation

Beperking:

  • 0 wordt niet geaccepteerd voor bouwjaren vanaf 1988

  • 1 wordt niet geaccepteerd voor bouwjaren vanaf 2000

Tabel: Rc-waarden

De toegepaste isolatiedikte wordt aangegeven in cm. De Rc-waarden staan in m2K/W tussen de haakjes. Een hoge warmteweerstand (Rc) komt overeen met een goede (hoge) isolatie.

construction year

no insulation

mediocre / cavity insulation

good insulation

very good insulation

before 1975

0 cm (0,22 m2K/W)

3 cm (0,89 m2K/W)

8 cm (2,00 m2K/W)

17 cm (4,00 m2K/W)

1975 – 1987

0 cm (0,22 m2K/W)

5 cm (1,33 m2K/W)

10 cm (2,44 m2K/W)

17 cm (4,00 m2K/W)

after 1987

5 cm (1,33 m2K/W)

10 cm (2,44 m2K/W)

17 cm (4,00 m2K/W)

Isolatie-informatie over uw dakisolatie vindt u in documenten over uw woning: een aankoop, een bouwkundig rapport of de facturen van verbouwingen. U kunt uw dakisolatie ook zelf (van binnenuit) controleren. Het bouwjaar van uw woning kan u daarbij helpen.

Bouwjaar voor 1975

Het dak mag na aanleg nog geïsoleerd worden. Bij een plat dak zie je het isolatiemateriaal op de dakbedekking waardoor het zichtbaar wordt. Bij een schuin dak is het lastiger te controleren, omdat de isolatie vaak verborgen zit. Hieronder een aantal tips om te controleren of het dak geïsoleerd is bij een schuin dak: Uw dak kan van binnen geïsoleerd worden. Als dat niet goed is afgewerkt, zie je direct de isolatie. Als het is afgewerkt met platen, kun je misschien op zolder of achter schotten kijken of er een onafgewerkt deel is en het isolatiemateriaal van daaruit goed zichtbaar is. Isolatiemateriaal kan soms nog zichtbaar zijn bij een ventilatiepijp of rookafvoer. U kunt de dakisolatie van buitenaf controleren door een dakpan uit een dakraam te tillen. Je ziet het isolatiemateriaal tussen de dakpannen en het dakbeschot (het materiaal waar de dakpannen op liggen). Meet de dikte van het isolatiemateriaal. Vul 'matige isolatie: 5 tot 8 cm' in als het isolatiemateriaal dat je ziet niet dikker is dan 8 cm. Vul 'goede isolatie: 8 tot 10 cm' in als het isolatiemateriaal dikker is dan 8 cm.

Bouwjaar 1975 tot 1991

Uw woning heeft een matige dakisolatie. In sommige gevallen kan het zijn dat het dak na aanleg extra (beter) geïsoleerd is. Het oude materiaal is vervangen door dikker of beter isolerend materiaal of er is een extra isolerende laag aangebracht. Controleer dit door het isolatiemateriaal te meten: Uw dak kan van binnen geïsoleerd worden. Als dat niet goed is afgewerkt, zie je direct de isolatie. Als het is afgewerkt met platen, kun je misschien op zolder of achter schotten kijken of er een onafgewerkt deel is en het isolatiemateriaal van daaruit goed zichtbaar is. Isolatiemateriaal kan soms nog zichtbaar zijn bij een ventilatiepijp of rookafvoer. U kunt de dakisolatie van buitenaf controleren door een dakpan uit een dakraam te tillen. Je ziet het isolatiemateriaal tussen de dakpannen en het dakbeschot (het materiaal waar de dakpannen op liggen). Vul 'goede isolatie: 8 tot 10 cm' in als het isolatiemateriaal dikker is dan 8 cm.

Bouwjaar 1992 tot 2013

Uw woning heeft tijdens de bouw 'goede dakisolatie: 8 tot 10 cm' meegekregen. De kans dat het later is verbeterd tot 'zeer goed' is klein. Uitzondering: sinds 2009 zijn de isolatienormen aangescherpt, dus voor het jaar 2010 - 2013 is zeer goede isolatie waarschijnlijk.

Bouwjaar 2014

tot heden Uw woning kreeg tijdens de bouw 'zeer goede dakisolatie: 13 tot 20 cm' mee.

Vloerisolatie [floor_insulation]

Code

Description NL

Description EN

0

Geen

Not present

1

Matig/na-isolatie

Mediocre / cavity insulation

2

Goed

Good insulation

3

Zeer goed

Very good insulation

Beperking:

  • 0 wordt niet geaccepteerd voor bouwjaren vanaf 1988

  • 1 wordt niet geaccepteerd voor bouwjaren vanaf 2000

Tabel: Rc-waarden

De toegepaste isolatiedikte wordt aangegeven in cm. De Rc-waarden staan in m2K/W tussen de haakjes. Een hoge warmteweerstand (Rc) komt overeen met een goede (hoge) isolatie.

construction year

no insulation

mediocre / cavity insulation

good insulation

very good insulation

before 1975

0 cm (0,15 m2K/W)

3 cm (0,82 m2K/W)

8 cm (1,93 m2K/W)

15 cm (3,50 m2K/W)

1975 – 1987

0 cm (0,15 m2K/W)

5 cm (1,26 m2K/W)

10 cm (2,37 m2K/W)

15 cm (3,50 m2K/W)

after 1987

5 cm (1,26 m2K/W)

10 cm (2,37 m2K/W)

15 cm (3,50 m2K/W)

Isolatie-informatie over de isolatie van de vloer vindt u in documenten over de woning: bijvoorbeeld een aankoopbrochure, een bouwkundig rapport of nota's van verbouwingen. Of neem een kijkje in de kruipruimte en controleer zelf de vloerisolatie van uw woning. Kijk aan de hand van het bouwjaar van je huis hoe je dat hieronder kunt doen. Vaak zit de ingang van de kruipruimte onder de vloermat van de voordeur of in een hoek van de woonkamer. Bij woningen met een voor- en achterkamer kan de toegang zich in de bodem van de kasten bevinden die deze kamers scheiden. Soms geeft een deur in de kelder toegang tot de kruipruimte.

Bouwjaar voor 1983

Uw woning heeft tijdens de bouw geen vloerisolatie gekregen. Het is mogelijk dat de vloer nu geïsoleerd is. Kijk eens in je kruipruimte onder de vloer en je kunt dit controleren: Ligt er isolatiemateriaal op de bodem van je vloer? Bijvoorbeeld piepschuim, kurkplaten, kussens van thermomateriaal, glas- of steenwol of schuimmateriaal (PUR)? Dan is uw vloer geïsoleerd. Is de isolatie daar minder dan 8 cm, vul dan in: 'matige isolatie: 5 tot 8 cm'. Is de isolatie dikker dan 8 cm of zie je thermokussens? Vul dan in: 'goede isolatie: 8 tot 10 cm'. Het kan zijn dat er isolatiemateriaal op de bodem van uw kruipruimte is geplaatst. Dat zie je snel aan een dikke laag isolatiemateriaal (piepschuimschilfers, zakjes met isolatiemateriaal, schelpen) op de bodem. Als er isolatie aan de onderkant van uw kruipruimte zit, isoleert deze minder goed dan isolatie aan de bovenzijde van de vloer. Vul hier in: 'matige isolatie: 5 tot 8 cm'. Isolatie kan ook op de vloer worden aangebracht. Dit kunt u zien als er sprake is van een verdikking van het laminaat of tapijt. Zie je een bobbel op de vloer? Vul dan in: 'matige isolatie: 5 tot 8 cm'. Heb je een compleet nieuwe vloer gelegd, mét isolatie? Vul dan in: 'goede isolatie: 8 tot 10 cm'.

Bouwjaar 1983 tot 1991

Tijdens de bouw is uw huis matig geïsoleerd. In sommige gevallen kan het zijn dat de vloer na aanleg nog meer (beter) geïsoleerd is. Controleer dit in uw kruipruimte. Zie je daar een dikkere isolatielaag van 8 cm of dikker? Vul in: goede isolatie: 8 tot 10 cm'.

Bouwjaar 1992 tot 2013

Uw huis heeft tijdens de bouw 'goede vloerisolatie: 8 tot 10 cm' gekregen. De kans dat het later is verbeterd tot 'zeer goed' is klein. Uitzondering: sinds 2009 zijn de isolatienormen aangescherpt, dus voor het jaar 2010 - 2013 is zeer goede isolatie waarschijnlijk.

Bouwjaar 2014 tot heden

Uw woning kreeg tijdens de bouw 'zeer goede vloerisolatie: 13 tot 20 cm' mee.

Woonkamer ramen [living_room_windows]

Code

Description NL

Description EN

0

Enkel glas

Single glass

1

Dubbel glas

Double glass

2

HR++ glas

HR++ glass

3

Drievoudig glas

Triple glass

Beperking:

  • 0 wordt niet geaccepteerd voor bouwjaren vanaf 2000

Tabel: U-waarden

De U-waarden van het totale raam (inclusief houten kozijn) staan vermeld in de tabel.

Glastype

U waarde venster (W/m2K)

Enkel

5,2

Dubbel

2,9

HR++

1,8

Drievoudig

1,2

Of u enkel, dubbel, HR++ glas of driedubbel glas heeft, staat vermeld in een aankoopbrochure, een bouwkundig rapport of de nota's van verbouwingen. U kunt het ook zelf controleren door naar het glas van uw ramen te kijken:

  • Zie je één glasplaat? Dan heb je alleen glas.

  • Zie je twee glasplaten met daartussen een aluminium strip? Dan heb je gewoon dubbel glas of HR++ glas. Het verschil hiertussen is moeilijk te zien. Soms zijn de letters HR++ goed leesbaar in de aluminium strip.

  • Geen letters te zien? Doe dan de controle met een brandende aansteker of lucifer. Houd het voor het glas en kijk schuin naar het glas. Bij dubbel glas zie je vier vlammen van dezelfde kleur gespiegeld in het glas. Heeft de tweede of derde vlam een andere kleur, dan heb je HR++ glas.

  • Triple (triple) glas herken je aan dat je 3 glasplaten ziet met daartussen ruimte.

Slaapkamer ramen [bedroom_windows]

Code

Description NL

Description EN

0

Enkel glas

Single glass

1

Dubbel glas

Double glass

2

HR++ glas

HR++ glass

3

Drievoudig glas

Triple glass

Beperking:

  • 0 wordt niet geaccepteerd voor bouwjaren vanaf 2000

Tabel: U-waarden

De U-waarden van het totale raam (inclusief houten kozijn) staan vermeld in de tabel.

Glastype

U waarde venster (W/m2K)

Enkel

5,2

Dubbel

2,9

HR++

1,8

Drievoudig

1,2

Installatie [instalation]

De installatie bestaat uit ruimteverwarming en tapwater.

Name

Code

Description

Lokaal gasverw.+geiser

0

Local gas heating and geiser

VR-ketel+geiser

1

VR boiler and geiser

CR-combi

2

CR (conventioneel Rendement) combi boiler

VR-combi

3

VR (Verbeterd rendement) combi boiler

HR-combi

4

HR (Hoog Rendement) combi boiler

VR-combi+zonneboiler

5

VR (Verbeterd rendement) combi and solar boiler

HR-combi+zonneboiler

6

HR combi and solar boiler

WP bodem combi

7

Heat pump combi from soil

WP lucht combi

8

Heat pump combi from air

HRe-ketel (micro WKK)

9

HRe-ketel (micro WKK) for heat and electricity

Stadsverwarming

10

City heating

Biomassaketel

29

Biomass boiler

Hybride warmtepomp

30

Electric heat pump and gas boiler

Collectieve warmtepomp

31

Heating for more than one building

Installatietypes 7, 8, 9, 10, 29, 30 en 31 worden, indien opgegeven als invoer, niet gewijzigd als installatietype in het duurzaamheidsadvies.

Installatietype 9 wordt vanaf 31 juli niet meer ondersteund.

Gegevens warmtepomp

Voorkeursgenerator: Lucht-water warmtepomp met een zodanig vermogen dat het warmtepompaandeel 60% is van de warmtevraag, rendement 4.0, LT verwarming (<45) Het vermogen van een hybride warmtepomp is zodanig dat het aandeel van de warmtepomp 60% is. Dit betekent dat het vermogen per variant verschillend kan zijn.

Voor ruimteverwarming: Temperatuurniveau: overal hoog, behalve WP bodem en collectieve WP bodem (ZLT, θ aanvoer . <45°C), en WP lucht en hybride WP (LT, θ aanvoer <50°C); COP WP lucht en hybride WP: 3,9. COP WP bodem 5.1 In je woningdocumenten kun je opzoeken welk toestel je hebt voor je verwarming en warm water. Kijk bijvoorbeeld in de aankoopbrochure, een bouwkundige of wellicht heeft u nog rekeningen van verbouwingen. Of bekijk uw installatie. Er zitten typeplaatjes op en andere stickers die informatie geven over wat je hebt. Aan de hand van onderstaande omschrijvingen herken je wat je in huis hebt als installatie voor verwarming en warm water. Een combiketel of twee losse toestellen? Een combiketel is een toestel dat zorgt voor verwarming en warm water. De meeste huizen hebben een combiketel. Maar een boiler of gaskachels voor alleen verwarming plus een apart toestel voor warm water (geiser) komt nog wel voor. Warmtepompen Full electric Temperatuurniveau: 50C in combinatie met vloerverwarming COP (rendement): 2.8 (forfaitaire waarde uit NTA) Vermogen WP: Niet gespecificeerd, aanname is dat de WP de volledige vraag dekt

Warmtepompen Hybride Temperatuurniveau: 55C in combinatie met radiatoren COP (rendement): 2.6 (forfaitaire waarde uit NTA) Vermogen WP: 4.2 kW in combinatie met een ketel van 35kW

De bedrijfsuren volgen uit de warmteboefte en de gemiddelde buitentemperatuur. Overdag geldt een set point temperatuur van 20C. ’s Nachts wordt gerekend met een gereduceerde temperatuur van 16C. Het uiteindelijke verbruik van de warmtepomp volgt uit de benodigde warmtevraag in de warmtebalans om de woning op deze temperaturen te houden.

HR, VR en CR HR staat voor High Efficiency.

Is je combiketel van 1998 of later (wat heel vaak het geval is), dan heb je vrijwel zeker een HR-ketel. Controleer het typeplaatje of de sticker van Gaskeur. VR staat voor Verbeterd Rendement. Is je combiketel van voor 1998, dan heb je waarschijnlijk een VR-ketel.

CR staat voor Conventionele Terugkeer. Dat is een oud type ketel dat nog nauwelijks in huizen aanwezig is.

Hybride warmtepomp Een hybride warmtepomp werkt samen met je cv-ketel. Er is een warmtewisselaar (kleiner dan een cv-ketel) in de buurt van uw ketel. Buiten staat een apparaat dat op een airconditioner lijkt. De warmtepomp werkt op elektriciteit.

Complete warmtepomp - lucht

Complete warmtepomp - lucht is zo groot als een grote koelkast en werkt op elektriciteit. Buiten staat een apparaat dat warmte uit de lucht haalt, het lijkt op een airco. Het is een combinatietoestel: voor verwarming en warm water.

Complete warmtepompbasis

Een complete warmtepompbodem is zo groot als een grote koelkast en werkt op elektriciteit. De warmtepomp haalt warmte uit de bodem. Er is ergens in uw tuin (of soms onder het huis) een put geboord. Er is dus geen unit buiten die eruitziet als een airconditioner. Het is een combinatietoestel: voor verwarming en warm water.

Biomassa

Een biomassaketel herken je het gemakkelijkst aan de brandstof: houtpellets. Dit zijn kleine korrels van geperst hout. Een biomassaketel is een cv-ketel voor verwarming en warm water. Let op: er zijn ook pelletkachels voor in de woonkamer; dat is geen biomassaketel. In Improvement House wordt geen rekening gehouden met pelletkachels.

Stadsverwarming

Als u geen verwarmingstoestel in huis heeft, maakt u gebruik van stadsverwarming (ook wel stadsverwarmingsnet genoemd). U heeft geen gasmeter in de meterkast, maar wel een warmtewisselaar.

Gas

Een gaskachel in één of meerdere kamers in huis wordt gebruikt om deze kamers apart te verwarmen.

HRe

De HRe-ketel komt slechts sporadisch voor. Naast warmte wekken de installaties ook elektriciteit op.

Douche warmte terug winning [shower]

Bij een douche wtw (warmteterugwinning) wordt de warmte van het wegstromende douchewater gebruikt om het koude water voor te verwarmen. Het voorverwarmde water gaat naar de douchemengkraan en/of naar de combiketel of boiler. De ketel hoeft dan minder hard te branden. Er zijn verschillende soorten WTW: een verticale douchepijp is geschikt voor een badkamer op één verdieping. Er zijn ook speciale douchebakken of goten waarin een horizontaal warmteterugwinapparaat is geplaatst.

Naam

Value

Description

Geen douche WTW

0

No shower heat recovery

Douche WTW

1

Shower heat recovery

Zonnepanelen [solar_panels]

Vermogen van zonnepanelen in KwH per jaar indien "watt_panels": waar, anders wordt het aantal zonnepanelen weergegeven. De input en output van zonnepanelen wordt gemeten in vierkante meters, waarbij een standaard paneel 1,65m2 meet. Om het aantal geadviseerde zonnepanelen te bepalen dient het resultaat gedeeld te worden door de grootte van de panelen naar keuze, standaard is dit 1,65m2.

Let op: als "watt_panels": true wordt gebruikt, klopt de besparing voor de maatregel Zonnepanelen in sommige gevallen niet.

De volgende aannames kunnen gehanteerd worden als gemiddelde wp/m2 op basis van het jaar waarin de zonnepanelen gelegd zijn.

JaarGemiddelde Wp/m2

2010

150 Wp/m2

2011

155 Wp/m2

2012

160 Wp/m2

2013

165 Wp/m2

2014

170 Wp/m2

2015

180 Wp/m2

2016

190 Wp/m2

2017

200 Wp/m2

2018

210 Wp/m2

2019

220 Wp/m2

2020

230 Wp/m2

2021

240 Wp/m2

2022

250 Wp/m2

2023

270 Wp/m2

2024

290 Wp/m2

Ventilatie [ventilation]

Code

Description NL

Description EN

0

Natuurlijk

Natural

1

Mechanisch

Mechanic

2

Gebalanceerd

Balanced

3

Decentraal mechanisch

Decentralized mechanic

4

Vraaggestuurd

Demand driven

Beperking:

  • 0 wordt niet geaccepteerd voor bouwjaren vanaf 1999

Natuurlijke ventilatie

Bij natuurlijke ventilatie komt verse lucht binnen via (klap)ramen en roosters. De lucht wordt via het dak afgevoerd met luchtkanalen (bijvoorbeeld vanuit het toilet). De lucht stroomt 'automatisch' door de uitlaat (onder invloed van wind en temperatuur). Tot ongeveer 1980 werden huizen gebouwd met natuurlijke ventilatie. Mechanische ventilatiesystemen werden toen gemeengoed. Voor woningen gebouwd na 1999 is het niet mogelijk om code 0, Natuurlijke ventilatie, in te voeren.

Ventilatie met mechanische afzuiging

Bij mechanische afzuiging wordt de lucht afgevoerd door middel van een continu werkende ventilatie-unit met een elektrische ventilator. Dit toestel hangt meestal in dezelfde ruimte als je cv-ketel. Frisse lucht komt via roosters de woonkamer en slaapkamer binnen. Ventilatie met mechanische afvoer herken je ook aan 'kleppen' in het plafond (keuken, badkamer, toilet). Slangen gaan naar de ventilatie-unit. Hierop worden twee leidingen of slangen aangesloten, één waarmee de afvoerlucht de unit binnenkomt en één waar de afvoerlucht uit de unit via het dak naar buiten gaat. In de keuken of badkamer zit een schakelaar met meerdere standen (1-2-3, of 1-2).

Breng het hele huis in balans met warmteterugwinning

Ventilatie voor de gehele woning, de afzuiging en toevoer van lucht geschiedt mechanisch middels een continu werkende ventilatie-unit met twee elektrische ventilatoren (één voor de aanvoer en één voor de afvoer). Verse lucht wordt aangevoerd met kleppen in de plafonds van de woonkamer en de slaapkamers. De lucht wordt afgevoerd via kleppen in de badkamer, keuken en toilet. De kleppen komen uit op kanalen die van en naar de ventilatie-unit leiden. Op de ventilatie-unit (die vaak bij de ketel hangt) zijn vier leidingen of slangen aangesloten. Het systeem wordt sinds ongeveer 2000 gebruikt, maar is niet standaard in alle nieuwbouwwoningen. Het is een energiezuinig systeem doordat warmte uit de afgevoerde lucht wordt hergebruikt (warmteterugwinning - warmteterugwinning).

Ventilatie-unit per ruimte met WTW AV

Ventilatie-unit per kamer is een apparaat in de muur of onder het raam. Deze unit levert direct verse buitenlucht en afgevoerde lucht in één ruimte. Warmteterugwinning staat voor warmteterugwinning: de warme lucht uit de ruimte verwarmt de binnenkomende frisse lucht al. Een ventilatie-unit in de gevel kan in één of meerdere ruimtes worden toegepast, meestal in de woonkamer en/of slaapkamer(s). De rest van de woning wordt dan geventileerd door natuurlijke ventilatie of met een mechanische afzuigunit.

Vraaggestuurd ventileren

Bij vraaggestuurd ventileren wordt de lucht afgevoerd via 'kleppen' in het plafond van keuken, badkamer en toilet. Slangen gaan naar een ventilatie-unit. Dit is een apparaat dat zorgt voor de afvoer van lucht. Dit toestel hangt meestal in dezelfde ruimte als je cv-ketel. Frisse lucht komt binnen via roosters bij de ramen. Bij dit systeem meten CO2-sensoren de luchtkwaliteit in verschillende ruimtes. Via een elektronische regeling kan de ventilatie-unit dan meer of minder lucht afzuigen. Zo wordt er altijd optimaal geventileerd: niet te veel en niet te weinig.

Up next:

Dekking

Last updated